Noodzaak van differentiëren
In een klas heb je als docent altijd te maken met meerdere functioneringsniveaus van leerlingen. Aansluiting op hun beginsituatie is een vereiste, tegelijkertijd zijn de doelen die bereikt moeten worden dezelfde. De noodzaak om in het voortgezet onderwijs in klassen te differentiëren is echter steeds groter geworden. De leerbehoeften van leerlingen lopen sterk uiteen. Sommige leerlingen hebben behoefte aan extra instructie, anderen aan meer herhalings- of verdiepingslesstof.
Optimaal onderwijs
Door terugkeer van dakpanklassen kunnen leerlingen hun uiteindelijke keuze uitstellen, om zo op een hoger niveau hun schoolloopbaan te eindigen. Weliswaar bevordert dat de kansengelijkheid, maar door meer heterogene groepen, is ook de uitdaging om voor iedere leerling het optimale onderwijs te bieden nog groter geworden. Door te differentiëren, bijvoorbeeld met activerende werkvormen, kun je inspelen op het gewenste maatwerk en leerlingen helpen om hun prestaties te optimaliseren.
Doelgroep
Differentiëren in de praktijk is geschreven voor (aankomende) vakdocenten en alle andere professionals die het voortgezet onderwijs willen versterken. Het boek geeft vanuit een doordachte aanpak concreet beproefde handvatten om in de klas en de vaksectie te werken aan differentiëren en de kwaliteit van de lessen te verbeteren. Zo komen de vaksectie, de docent in de klas en de leerling aan de orde met ieder zijn eigen rol in het differentiëren.
Thema's en praktijkvoorbeelden
De thema’s: waarom differentiëren?, differentiëren in de vaksectie, differentiëren in de klas en de les en wat differentiëren vraagt van de leerlingen, worden in diverse hoofdstukken uitgebreid behandeld. Differentiëren in de praktijk bevat bovendien tal van illustratieve praktijkvoorbeelden van de scholen waarin de auteurs hebben gewerkt.