Woordenschat

Woordenschat: hoe zit het ook alweer?

Ukkies zijn het soms nog maar, als de ingewikkelde namen van allerlei soorten dinosaurussen er vloeiend uitrollen. Hoe kan het dat jonge kinderen al zulke moeilijke woorden kennen? In het dagelijks leven komen kinderen veel woorden tegen. Vinden ze het interessant en is er herhaling, dan leren ze de woorden spontaan. Voor het leren van andere woorden is doelgerichte didactiek nodig. Het uitbreiden van de woordenschat verloopt volgens de viertaktmethode van Verhallen in vier fasen:

• Voorbereiden
• Semantiseren
• Consolideren
• Controleren

Er zijn ook andere aanpakken, zoals de Zesstappenaanpak van Marzano. Motivatie is altijd een onmisbaar basisingrediënt. Hoe meer interesse, hoe soepeler het proces verloopt.

Woordenschat oefenen: consolideren

Hoe integreer jij de vier fasen methodisch en doelgericht in je lessen? Als je gebruik maakt van Nieuwsbegrip, word je wekelijks voorzien van actualiteitsteksten en woordenschatoefeningen. Voor goud-abonnees is er een extra groot woordenschataanbod, waar de vier fasen in verwerkt zijn. Ook voor het consolideren is er veel aandacht. Consolideren doe je op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door er regelmatig met elkaar over te praten, spelletjes te doen, en de woorden zichtbaar te maken in de klas. Ze moeten gaan leven, zodat de netwerkjes in het hoofd worden aangesproken en er ruimte ontstaat om nieuwe kennis aan te knopen.

Koppel aan kennis en beeld

Welke aanpak je ook kiest, het is belangrijk om woorden altijd in clusters aan te bieden en te koppelen aan bestaande kennis. De clusters zorgen voor de nodige context. Daarnaast gaat het leren en onthouden van informatie het beste als zowel de talige als de visuele kant van de hersenen worden geprikkeld. Werken met beelden is dus heel geschikt bij woordenschatonderwijs. Hoe pak jij het aan?

Lees ook:

Begrijpend lezen
Leesmotivatie