Nieuwe wet burgerschapsonderwijs
Wie al langer in het onderwijs werkt weet: scholen werken al jaren hard aan burgerschapsonderwijs. Ondanks alle inspanningen concludeert de inspectie dat het beter kan. Bijvoorbeeld: meer samenhang tussen projecten, meer doorlopende lijnen en meer verbinding met het schoolklimaat. De Wet verduidelijking burgerschapsopdracht is daarom ontworpen. De opdracht aan scholen luidt: bevorder actief burgerschap en sociale cohesie op een doelgerichte, samenhangende manier.
Wat houdt de nieuwe wet in?
De nieuwe wet promoveert burgerschapsvorming tot een kerntaak van elke school. Hieronder vind je een samenvatting van de belangrijkste punten.
- Concreet aanbod
Scholen hebben een duidelijk en concreet aanbod voor burgerschapsonderwijs. Hoe bevorder je het burgerschap door de leerjaren, wat leren leerlingen en hoe evalueer je dat? - Respect voor basiswaarden
Scholen brengen leerlingen kennis en respect bij over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat zoals verankerd in de Grondwet, en de universele rechten en vrijheden van de mens. Hoe zie je dit terug in het handelen van leerkrachten en leerlingen?
- Democratische oefenplaats
De school is een oefenplaats, waar leerlingen actief kunnen oefenen met de sociale en maatschappelijke competenties die ze nodig hebben om deel te kunnen nemen aan de pluriforme, democratische samenleving. Hoe werk je aan empathie, meningsvorming, kritisch denken, oordeelsvorming en het vreedzaam oplossen van conflicten?
- Respect voor verschillen
School brengt kennis bij over verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid. Hoe zorg je daarnaast dat er respect is voor deze verschillen?
- Veilige acceptatie
De schoolcultuur sluit aan bij de waarden van punt 2. De school is daarmee een plek waar leerlingen het goede voorbeeld krijgen. Ook zorgt het schoolbestuur voor een omgeving waarin leerlingen én het personeel zich veilig en geaccepteerd voelen. Hoe geef je dat vorm?
Door de wetswijziging krijgt de inspectie ook de mogelijkheid om met scholen in gesprek te gaan over hun burgerschapsonderwijs. Scholen houden natuurlijk wel de vrijheid om hun onderwijs zelf vorm te geven.