Opdrachtgever: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw)
Status: de dataverzameling is afgerond, proefschrift in ontwikkeling
Promotor: Prof. dr. P.W. van den Broek (Universiteit Leiden)
Het onderzoek
In dit onderzoek is onder meer nagegaan of de leesprocessen van zwakke en sterke begrijpend lezers in groep 4 verschillen. Bijkomend doel is om meer zicht te krijgen op tekstkenmerken en lay-outs die een tekst gemakkelijker of juist moeilijk maken voor zwakke begrijpend lezers.
Om te kijken of kinderen verschillend door een tekst gaan (bijvoorbeeld met grotere sprongen, woorden overslaand, langzamer c.q. sneller) is onder meer gebruikgemaakt van oogbewegingsonderzoek. Daarnaast is tijdens het lezen hardop denkonderzoek uitgevoerd.
Resultaat
Het oogbewegingsonderzoek maakt duidelijk dat sterke begrijpend lezers grote sprongen maken met hun ogen en minder vaak stil blijven staan bij losse woorden. Zij doen korter over het lezen van een tekst dan de zwakke begrijpend lezers.
Het hardop denkonderzoek laat onder andere zien dat zwakke en sterke begrijpend lezers nagenoeg dezelfde leesstrategieën toepassen. De zwakke lezers maken hierin echter vaker fouten, met name bij informatieve teksten. Zij leggen bijvoorbeeld vaker onjuiste of irrelevante verbanden tussen de tekst en hun eigen voorkennis. Ook doen ze vaker onjuiste voorspellingen over het verdere verloop van de tekst. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor hun tekstbegrip.
Het onderzoek is onderdeel van het NRO-programma Begrijpelijke taal, dat de factoren onderzoekt die invloed hebben op de begrijpelijkheid van communicatie.
Lees meer over het deelonderzoek dat is uitgevoerd door de CED-Groep.