Inhoud
- Doorgaande lijn begrijpend luisteren/begrijpend lezen
- Actief luisteren
- Belang van een goede luisterhouding
- De kracht van modelen
- Woorden leren met boeken en verhalen
Bijeenkomst 1
In deze bijeenkomst komt de relatie tussen begrijpend lezen en luisteren aan de orde. In de onderbouw wordt de basis gelegd voor begrijpend lezen door kinderen vertrouwd te maken met verschillende soorten teksten. Het doelgericht aanleren van subvaardigheden, zoals het leggen van verbanden tussen de tekst en de kennis van de wereld, en door het inzetten van strategieën zorgt ervoor dat leerlingen deze vaardigheden zelf gaan toepassen bij begrijpend lezen.
Een krachtig middel hiervoor is het werken met prentenboeken. Je maakt kennis met een voorleescyclus, waarbij verschillende strategieën op betekenisvolle wijze ingezet kunnen worden. In deze bijeenkomst is er ook aandacht voor de luisterhouding en de leerkrachtvaardigheid modelen, het hardop denken voordoen. Modelen draagt bij aan een beter tekstbegrip van leerlingen. Naast theorie wordt er praktisch geoefend met prentenboeken.
Bijeenkomst 2
Begrijpend luisteren en het leggen van verbanden, maar ook woordenschat zijn belangrijke voorspellers van de latere leesvaardigheid. Lezen of luisteren naar teksten of verhalen is een prima middel om woorden te leren. Woorden worden het beste geleerd in een betekenisvolle context. In prentenboeken is die context volop aanwezig. In deze bijeenkomst leer je hoe je het woordenschatonderwijs een impuls kunt geven m.b.v. een centraal prentenboek en doorlezen binnen een bepaald thema. Hierbij leggen we de klemtoon op het woorden leren m.b.v. boeken/begrijpend luisteren en de verschillende woordleerstrategieën om woorden uit te leggen. Je gaat actief aan de slag met een prentenboek naar keuze.