IKCA dreumes 363

De Lokaal Educatieve Agenda in de praktijk: hoe staat het ervoor?

De Staat van het Onderwijs 2024 biedt een diepgaande blik op de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) of vergelijkbare overlegstructuren. Wat blijkt: het aanbod van kindplaatsen en het bereik worden steeds beter geregeld en in kaart gebracht door gemeenten. Echter, het maken van concrete resultaatafspraken over vroegschoolse educatie blijkt lastiger. Een derde van de gemeenten slaagt hier niet in.

Op de agenda

Bij de ‘verplichte’ onderwerpen staat het onderwijsachterstandenbeleid, ook bekend als onderwijskansenbeleid, steevast op de agenda van het LEA-overleg, met name het beleid voor voor- en vroegschoolse educatie (vve). Thema's zoals het voorkomen van segregatie en de procedures rondom inschrijving en toelating krijgen minder aandacht, wat in de komende jaren verbetering vereist. Volgend jaar zal het Landelijk rapport LEA/vve dieper ingaan op thema's zoals bereik, doelgroepdefinitie en toeleiding.

Wat werkt?

In de Staat van het Onderwijs 2024 wordt gesteld dat inbedding in het brede beleid en de beleidscyclus van gemeenten, schoolbesturen en ve-aanbieders stimuleert bij het formuleren en uitvoeren van een breed gedragen onderwijsachterstanden- of onderwijskansenbeleid.

Regie en afspraken

De regierol die gemeenten hebben op het gebied van onderwijsachterstandenbeleid is heel bepalend. Zij hebben immers het overzicht over de gehele keten, van kinderopvang en ve tot scholen, en van leerplicht tot jeugdzorg. Het onderzoek van Lies van der Kuilen illustreert dit. Twee instrumenten lijken bij te dragen aan de kwaliteit van vve op de voor- en vroegscholen en aan de implementatie van OAB, namelijk:

1. het versterken van de regie van gemeenten, gebaseerd op geformaliseerde, missie-gedreven netwerksturing, waarbij intensief wordt samengewerkt binnen het netwerk en er sprake is van sterk inspirerend bestuur.

2. het maken van afspraken gericht op het verbeteren van de kwaliteit van vve.

Successen en uitdagingen in gemeenten

In ons dagelijks werk zien we grote verschillen tussen de gemeenten wat betreft de LEA. In sommige gemeenten verloopt de LEA al jaren succesvol en krijgen alle thema’s de nodige aandacht.

We zien echter ook gemeentes waar het wat stroever gaat, een (her)start nodig is of bijsturing.

Dit kan veroorzaakt worden door diverse factoren, zoals fusies tussen gemeenten, schoolbesturen, kinderopvanginstellingen, personeelswisselingen of een gewijzigde politieke koers. Hierbij kunnen wij als CED-Groep ondersteuning bieden.

Meer informatie?

Wil je verkennen wat de CED-Groep voor jouw gemeente kan betekenen? Neem contact op met Angelique van der Pluijm, a.vanderpluijm@cedgroep.nl / Elvira Arkesteijn, e.arkesteijn@cedgroep.nl


Beleidsondersteuning Gemeenten

Uit de praktijk: Opstellen van jeugdbeleid in gemeente Beesel

x