Achterstanden: hoe loop je ze in?
Hoe breng je leerlingen met een achterstand op leesbegrip op niveau? Een dringende vraag, want begrijpend lezen is een belangrijke vaardigheid. Tegelijkertijd is het moeilijk te verwerven en het vraagt om veel oefenen. Hoe haal je alles uit het lezen van boeken en andere teksten? De CED-Groep ontwikkelde de leesinterventie Weet wat je leest.
Beproefde technieken vertaald
In Amerika is op ‘Uncommon Schools’ een leesaanpak ingevoerd die het leesbegrip bij alle leerlingen een flinke zet geeft. In de aanpak worden de beproefde technieken van Teach Like a Champion ingezet. Deze inzichten zijn gebruikt voor de ontwikkeling van de Nederlandse interventie Weet wat je leest. Belangrijke elementen van de leesaanpak zijn dat zowel fictie als zakelijke teksten gelezen worden, dat leerlingen getraind worden in specifieke leesvaardigheden en dat er close reading plaatsvindt.
Vaardig fictie en zakelijke teksten lezen
Waarom handelen de personages zoals ze doen, wat is het thema van het boek, welke verbanden liggen er binnen het verhaal? Om dit soort vragen te kunnen beantwoorden, hebben je leerlingen vaardigheden nodig. Deze vaardigheden leren zij aan in steeds drie elkaar opvolgende lessen:
- een voorleesles (met hardop denkend voordoen van de vaardigheid)
- een leesvaardigheidsles (expliciete instructie en leerlingen oefenen zelf)
- een les begeleid lezen waar het toepassen van de vaardigheid geïntegreerd wordt in het zelfstandig lezen.
In de eerste twee lessen wordt gewerkt met de aanpak Ik doe het/Wij doen het/Jij doet het.
Na drie lessen fictielezen volgen er steeds drie lessen volgens de aanpak close reading. Er worden zakelijke teksten gelezen die aansluiten bij het thema van het boek. Zo wordt de kennis van leerlingen vergroot en kunnen ze de eerder geleerde vaardigheden verder oefenen. In deze lessen lezen leerlingen een tekst meerdere malen om tot diep begrip van de tekst te komen. De eerste leesronde richt zich op letterlijk begrip, de tweede leesronde op het begrip van onderliggende zaken door onder andere te kijken naar woordgebruik en tekststructuur. In de derde leesronde richt het lezen zich op bedoelingen van de schrijver, meningen en argumenten en afleidingen.
In alle interventieweken wordt ook gebruikgemaakt van schrijftaken om de teksten beter te doorgronden.
Weet wat je leest
In de leesinterventie Weet wat je leest ondersteunt de leerkracht de leerlingen door het stellen van de juiste, tekstafhankelijke vragen. Leerlingen krijgen de gelegenheid te antwoorden en bespreken dit eerst in tweetallen. Deze techniek van Teach Like a Champion heet ‘Draai en praat’. De leerkracht en de leerlingen bespreken samen de antwoorden. Ook schrijven kan daarbij aan de orde zijn. Waar nodig lezen de leerlingen stukken tekst opnieuw en gaan zij op zoek naar bewijs.
Hoe ziet het effectonderzoek eruit?
In het schooljaar 2023-2024 wordt leesinterventie Weet wat je leest op 24 scholen onderzocht in de Effectmeting kansrijke interventies in het po en vo. Hoe wordt de effectiviteit in kaart gebracht?
- De vijf zwakste leerlingen in leesbegrip in groep 6 en 7 krijgen drie keer in de week een half uur les met deze aanpak.
- Dit gebeurt in een periode van twaalf weken.
- De lessen vinden plaats buiten schooltijd door een leerkracht van de school.
- De leerkrachten die meedoen krijgen vooraf een training.
- Tijdens het experiment krijgen de leerkrachten coaching van een ander lid van het schoolteam, bijvoorbeeld een ib’er. Deze ontvangt hiervoor ook een training.
- Vóór en na de interventie vinden er metingen van de leesvaardigheid plaats.